Way outback!

Na vijf dagen lang rijden en vroeg op staan was het weer fijn om even niet veel te doen en uit te slapen in een bed. We hadden ook een beetje hoofdpijn want de avond ervoor hadden we nog een afscheidsdiner met de groep en Martin, een wat oudere man die heel de wereld over reist, bleef maar flessen wijn kopen. Een derde van de groep was trouwens Nederlands waaronder Jelle  met zijn moeder. Ze kwam hem twee weken opzoeken. Ik vroeg me toen wel af of mijn moeder dit zou doen (incl. in een swag slapen) als het niet zo ver reizen was haha.  Verder waren er nog twee spanjaarden die al best op leeftijd waren. We hebben wat afgelachen want zij waren niet goed geinformeerd, dus de tour paste totaal niet bij ze. Vroeg op staan, koken, kamperen en veel hiken eigenlijk alles wat ze niet wilden. Gelukkig mochten ze twee dagen in een tent want het andere koppel had een upgrade en hebben deze afgestaan. Shane kon er heel goed mee omgaan en wist ze nog enigszins tevreden te houden. Het was een hele goede tourgids en terecht dat we hem op het einde een leuk cadeau gaven. We waren tenslotte zijn beste Groovy Grape groep tot nu toe haha!

In Alice springs hebben we niet veel gedaan alleen even door de stad heen gelopen en wat voorbereidingen getroffen voor de dag erna. We werden namelijk weer vroeg opgehaald voor de volgende zesdaagse tour. Op naar het andere    deel van de outback, nog meer rood zand en meer vliegen.

We reden over de Stuart Highway (begint al in Adelaide). De weg heeft zijn naam te danken aan: de Australische John McDouall Stuart, de beroemste ontdekkingsreiziger van Australië.  De Explorer’s Way wordt de snelweg daarom ook wel genoemd. Langs de weg vind je Barrow creek waar je een telegraph station vind. Vanaf 1872 zorgde dit station met een aantal andere stations ervoor dat berichten binnen 7 uur aankwamen in plaats van 6 maanden. 

Naast het oude station is daar ook de Barrow Creek Pub. De pub hangt helemaal vol met kleding, bh’s, geld alles wat toeristen achter kunnen laten. De eigenaar liet ons zelfs twee guldenbiljetten zien. Verder had hij ook verschillende slangen in potten en zaten alle muren vol met namen van bezoekers. Ik besloot mijn naam er ook bij de zetten. Het was een leuke korte stop! 

Daarna bezochten we Devils Marbles (de knikkers van de duivel), spectaculair gevormde, rode rotsen die verspreid liggen in een park. Naast de rode knikkers zag je ook veel Desert rozen. We deden hier een korte wandeling. Halvewege de wandeling begon het te storm aan dus reden we door naar Tennant Creek voor de supermarkt.  Overal zie je Aboriginals, zoveel heb ik er nog nooit bij elkaar gezien. Het leek wel of hier alleen Aborginals

Deze nacht verbleven we in het Banka Banka station, een plek in de middle of nowhere. Ze hadden er ezels en kamelen. Micheal werkte daar en was de hele avond bij ons. Hij had een baby slang gevonden en deze mochten we vasthouden. Ik heb het niet gedaan. Ik durf veel maar dieren vastpakken vind ik toch maar niets, zelfs (mini) schildpadden vind ik eng. 

 Voordat we gingen barbecue keken we de zonsondergang met mooie kleuren vanaf een berg. Onze tourguides hadden een heerlijke barbecue klaar gemaakt met verse salades en steak. Jamjam! We hebben nu twee tourguides omdat Nat in training is. Ze mag dan een keer met een andere tour mee en daarna moet ze  het zelf doen. Tijdens de barbecue deden we een voorstel rondje. Iedereen moest zijn naam etc. zeggen en een huishoudelijke taak die je verschrikkelijk vind en waarom. Ik dacht waar gaat dit over maar achteraf was het zo grappig. De tweede ronde moesten we ik vind het niet leuk om vervangen door ik hou niet van sex want en er kwamen zulke grappige dingen uit. In de groep zaten twee Aziaten en die snapte het niet helemaal. Een oudere chineese vrouw zei maar ik hou van sex??? Wat hebben we gelachen! 

Micheal zorgde aan het einde van de avond nog voor een koud biertje en een kampvuur. Naar de wc gaan was lastig op de campground want er zaten overal kleine groene kikkers. Heel schattig maar het maakte maar de wc gaan wel lastig.  In de wc zitten vinden ze dan ook heerlijk. Op het eerste gezicht lijkt het dan ook op een dikke drol en schrik je wel even. 

de campground reden we door Katherine. Gedurende de eerste 400 km kom je niets spectaculairs tegen maar het leuke aan Nat en Kate (tourgidsen) vind ik dat ze zelf op plekken stoppen en er wat leuks van maken. Zo stopte we bij een overstromende weg en de dag ervoor bij een trein rails. Hier hebben we dan uitgebreid foto's gemaakt. Af en toe heb ik meer het idee dat met een paar gekke vriendinnen ben omdat we lekker gek doen en niet alleen alle toeristisch dingen. 

Na zo'n 410 km kwamen we uit bij de Daily Waters Pub, weer een pub waar toeristen van alles achterlaten hoeden, slippers, geld, vlaggen noem het maar op. We gingen hier barbecue en ze hadden ook een zwembad. Toen onze buikjes weer gevuld waren reden we door naar Mantaranka voor de Thermal Pools. 

Hier kan je heerlijk ronddobberen in het warme en kristalheldere water omringddoor een bos en palmbomen. We waren weer de enige op deze plek samen met honderden muggen. Het heeft ook zijn voordelen om in het regenseizoen te gaan en deze dag hadden we goed weer.

Deze nacht verbleven we net iets buiten Katherine. Door het regenseizoen hoefden we alleen de eerste avond in een swag en de rest van de tour sliepen we in tent met een bed, luxe!. In de avond hadden een heerlijk kampvuur met een mooie zonsondergang en bezoek van Andrew, een bekende van Ilse die ze ook uit Thailand kent. 

Katherine in de buurt ligt ook de Katherine Gorge, oftewel Nitmiluk National Park. Daar deden we de Windolf walk naar de Pat’s lookout waar je een prachtig uizicht hebt over een grote kloof. Katherine Gorge bestaat uit 13 kloven waar water door stroomt, deze zijn ontstaan door hevige zomerregens die zich door de oude zandstenen rotswanden hebben geboord. Het resultaat hiervan is een schitterend gebied met prachtige rotsformaties, kristalheldere watergebieden en mooie watervallen. 

de hike zagen we ook veel groene mieren, die we op mochten pakken en hun achterste mochten likken. Een mieren kont likken, wie wil dat nou niet! Hun felgroene achterwerk smaakt naar limoen, de aboriginals gebruiken dit in gerechten. Na de lookout zijn we door gelopen naar het Southern Rockhole voor een frisse duik in de waterval. De luchtvochtigheid wordt steeds hoger dus deze duik deed me goed. De waterval hadden we helemaal voor ons alleen en we hebben er een aantal uur gespendeerd. Je gelooft het of niet maar hij was net weer geopend. We hadden geluk want best veel is dicht met het regenseizoen omdat het water heel hoog kan komen. 

reden we door naar Darwin voor onze volgende overnachting. Onderweg stopte we nog bij een homemade ice cream shop, waar ik genoot van ijs met Tim Tam smaakt. Tim Tam is het typische Australische koekje dat bestaat uit twee lagen chocoladebiscuit, met daartussen een chocolade crème vulling. En deze hebben ze in zo’n tien verschillende smaken (karamel, koffie, mint). Toen we in Darwin aankwamen namen we afscheid van de Kat and Nat show. Ik vond het  een hele leuke tour, mede door hen. De andere drie dagen kregen we een andere gids. Volgende keer zal ik meer vertellen over deze tour.  Tot snel!!